31.5.10

Over de illusionist en zijn publiek



Indien het publiek werkelijk zou begrijpen wat er zich op en achter het toneel afspeelt wanneer de illusionist* met veel vertoon en verbale afleiding de bevallige toevallig uit het publiek gekozen assistente in twee stukken zaagt terwijl het orkest alsmaar luider het gekerm van het onschuldige - maar was is onschuldig? - meisje dat stilaan beseft hoe de truc afloopt overstemt met aloude en alom bekende circusmelodieën dàn zou héél misschien wel een enkeling, een dappere, opstaan en roepen:
„Hou op, dit overleeft zij niet!”
Maar zo loopt het natuurlijk niet, integendeel, de contorsies, de druppels bloed in het zagemeel, en tot slot de laatste reutel van dat ten dode opgeschreven meisje dragen allemaal bij tot de illusie waarin het publiek geloven wil en moet. De illusie van de goede afloop.

Ja hoor, de ware illusionist komt met heel wat weg.

* die angstig veel op een olifant lijkt, of op een ander dier dat u dan maar zelf verkiest

29.5.10

Jan en Ingrid (Ingrid komt weer aan)



„Jan, ik begrijp er niets meer van, nu ben ik wéér een kilo aangekomen.”
„Ach Ingrid, trek het je toch niet aan, je weet toch dat je je gewicht in goud waard bent?”

28.5.10

Poppenkast



Nadat het echtpaar Jacob en Eva Dageinde twee kinderen, een zoon en een dochter, hadden gekregen zagen zij af van seks. Later, als de kinderen het huis uit gingen, volgde het met elkaar spreken en recent ging ook de primaire lichaamshygiëne er aan. Men zou kunnen stellen dat zij heel erg op zichzelf zijn.

27.5.10

De brug onder de Noordzee



Volgens ooggetuigen werd er niet gewacht op de nodige vergunningen om de werken aan te vatten. Dat zou de bouwheer nog heel wat kopzorgen opleveren.

?



„Raad eens wat er op mijn papiertje staat?”

De vraag overviel hem een beetje.

26.5.10

Voor hoop en een einde aan de eenzaamheid



Na mijn dood keer ik terug als een god. Reken daar maar op. Ik word de eerste Vlaamse god, een hoopgever van eigen bodem. Uiteraard begin ik klein. Klein maar heel overtuigend. Gewoon door mensen te strelen, eventjes of uitgebreid, zal ik hen al mijn hoop doorgeven en slorp ik al hun eenzaamheid zachtjes in mij op.
Mijn vrienden zullen mij vreemd aanstaren („Hé, ken ik hem niet ergens van?”), maar van zodra ik hen streel, over het hoofd op de rug, zullen zij die gedachten laten varen en weer hoop krijgen.
Op die manier zal mijn naam zich verspreiden en zullen steeds meer mensen naar mij komen om hoop en achterlating van hun eenzaamheid. Ik zal het op andere manieren moeten aanpakken. Ik ben geen octopus. Dan zal ik mijn goddelijke krachten moeten doorgeven aan volgelingen die ik vertrouw. Uiteindelijk zullen mijn naam en faam tot buiten onze grenzen gaan en bereik ik ook daar de mensen van wie ik heb gehouden toen ik nog leefde. Ook zij zullen dan naar mij toe komen. En misschien lukt het mij dan eindelijk om hen te geven wat ik vroeger niet kon: hoop en een definitief einde aan hun eenzaamheid.

25.5.10

Sally Baxter, reporter.



Ja hoor, pientere Sally Baxter had het onmiddellijk in de smiezen: rechts van haar stond de Queen met president Ahmadinejad kiekjes te schieten voor hun familiealbum. Samen met de ministers van buitenlandse zaken zouden zij die avond een nieuwe wapendeal vieren. De enige vreemde in de buurt was dus die bobby. Hoe vals kan een oogopslag zijn? Zij besloot hem te schaduwen. Ja, daar zat vast weer een spannend avontuur in.

24.5.10

Tram 92



Toen Holger Träumerei beweerde dat hij met zijn eigen ogen had gezien hoe tram 92 door buitenaardse wezens werd opgestraald verloor hij voorgoed zijn geloofwaardigheid bij zijn collega’s en de dorpsnotabelen. Maar waar hun geliefde zonen en dochters, hun vrouwen en vrienden dan wèl gebleven waren, daarop hadden ook zij geen afdoend antwoord.

Een aforisme van oom Floris



Het is niet absoluut bewezen dat twee halve waarheden er één hele zijn.

23.5.10

De ingang van de hel



Op een keer werd ons gezegd dat de ingang van de hel zich bij het huis schuin tegenover het onze bevond, maar dat we ons geen zorgen hoefden te maken. Niet dat het wat uitmaakte, veel beweging hebben wij er nooit gezien.
Dat die ingang er echt was werd ons onlangs bevestigd door de nieuwe bewoner. Hij sprak van een putdeksel dat hermetisch vast zat. Hij had het niet open gekregen toen hij meende gekerm en gekrijs te horen diep in die put. Nu had hij besloten er een bloembak van te maken.
Je zou denken dat er dan toch veel meer begankenis had moeten zijn in de straat, maar niemand van de buren herinnert zich iets. Sommigen beelden zich nu een sulferachtige geur in die, op warme zomerdagen vooral, nogal penetrant zou geweest zijn en de oorzaak van hoofdpijnen. Maar een mens heeft niet veel nodig om zijn hoofd op hol te laten brengen natuurlijk
Ja, één keer is er eens een zacht sprekende jongeman een gasaansteker komen lenen, maar eerlijk gezegd heb ik er toen niet op gelet van welk huis hij precies kwam. Hij bracht die gasaansteker trouwens netjes terug met de toelichting dat alles rustig sudderde.
Neen, van de ingang van de hel heb ik nooit last gehad.

Uitgeput



Af en toe, voor het laatst op woensdag 23 april 2008, werd er belangstelling geveinsd voor de ander zijn hobby.

„Zijn die kruiswoordraadsels van de The Times echt zo moeilijk?”
„Ach, dat valt wel mee schat, na een tijd zijn het altijd dezelfde dingen die terugkeren.”

Op die manier raakten alle onderwerpen uitgeput.

De redding?



In een flits ging het door J. heen:
"Was dit nu de redding?"

De sluikroutes van de honingsmokkel



Net toen Inspecteur Smeekens het ultrageheime dossier over de sluikroutes van de honingsmokkel uit de ladenkast van zijn chef wilde nemen verscheen achter het glas van de deur de enorme schaduw van een beer.
Van Smeekens werd nooit meer iets vernomen.

Het eerste contact



De eerste spontane gesprekken gingen over wortelen en voortplanting.
Ja, instinctief had Lapijntje altijd geweten dat de eerste intelligente levensvormen aan de andere kant van het heelal waarmee contact zou worden gelegd, qua noden en belangstelling, niet zoveel konden verschillen met die hier op aarde. Zo op het eerste zicht zou het wel klikken.

21.5.10

Evoluerende biodiversiteit



Er was een tijd dat naakte groene vrouwen heel schaars waren en tegelijk toch vreselijk in trek. Er werd door goedmenende non-profit organisaties dan ook alles aan gedaan om hen te beschermen. Maar uiteindelijk hielp niets. Zelfs niet de capsules van plexiglas die er voor moesten zorgen dat hun lichaamsgeur zich niet verspreidde opdat hun mysterieuze predators hen niet konden vinden. Naakte groene vrouwen lijken nu helemaal uitgestorven, tenzij zij zich héél goed weten te verbergen uiteraard. Net als hun predators, al lijkt het er sterk op dat die zich niet aan de veranderde omgeving van na de industriële revolutie hebben kunnen aanpassen.

19.5.10

Sharon, de badende waarzegster



Van achter de deur van de badkamer vang ik op wat ze zegt. Soms vraag ik verduidelijking en breng dan de voorspelling over naar de client of de cliente in het belendend vertrek en loop eventueel, als er bijkomende vragen worden gesteld, terug naar de badkamerdeur. Het is altijd hetzelfde.

„Zal ik lang leven?”,
„Is dit de ware voor mij?”,
„Krijg ik een gezond kind?”
„Moet ik het zeggen?”

Vragen die iedereen zich stelt.

Sharon heeft eerder korte benen maar is best wel een mooie vrouw. Ze leest ook graag. Wat haar bijzonder maakt is dat zij haar voorspellingen vanuit haar bad doet. Een handgemaakte badkuip die zij speciaal op maat van haar lichaamslengte en heupbreedte liet maken toen zij nog getrouwd was. Het is het enige wat zij nog van haar huwelijk overhield en zij is er erg aan gehecht. Ik heb daar alle begrip voor. Want wie heeft er nu een handgemaakte badkuip? Dat is uitzonderlijk en zegt waarschijnlijk iets over de eigenaar.
Soms, ik weet niet wat haar daartoe drijft, vraagt ze mij om bij haar in bad plaats te nemen. Dan praten wij gewoon. Het zijn aangename, maar naar mijn aanvoelen, altijd wat afstandelijke gesprekken. Alsof er iets ongezegd blijft.
U hoort mij niet zeggen dat ik niet graag bij Sharon in bad zit, integendeel, ik besef maar al te goed dat ik de enige ben die dat mag. Daarenboven omvat mijn uiteinde van het bad ook perfect mijn rug en billen. Alsof die plaats mij gewoon toebehoort. Dat kan ik haar uiteraard niet zeggen.
Perfect voorspelbaar wat ze dan van mij zou denken.

16.5.10

Het bolletje wol



Toen het bolletje wol haar ineens aansprak viel Marga in zwijm en verzeilde zij uiteindelijk in een jarenlange coma:
„Zeg, wat zou jij er van vinden als ik jou eens helemaal uiteenrafelde?”
Op die manier kreeg zij zelfs de kans niet meer om na te denken over al het kwaad dat zij in haar leven, al dan niet onbewust, had aangericht.

En u verwijt mij dat ik voor synthetisch ga?

14.5.10

De strategische en tactische keuzes van Henry Kissinger



Toen Henry Kissinger om een luchtje te scheppen op een zonnige dag de zoo van Boston bezocht ontwaarde hij daar, in de leeuwenkooi tussen twee woeste, mensenetende leeuwen die er nog gespierder uitzagen dan zijn intellect, een jonge, naakte vrouw die hoopvol en zoekend in de samenscholende menigte keek.
„Wat doe jij daar zo bloot tussen die hongerige leeuwen in de leeuwenkooi?” riep Henry haar toe van op de laatste rij. Henry Kissinger was van jongs af aan een voorzichtig man, dat is algemeen bekend.
„Ik bewijs dat ik niet alleen bloedmooi ben maar ook nog eens héél dapper, want ik wil aan een man geraken,” antwoordde de naakte deerne. Blijkbaar besefte zij niet dat het eerste doorgaans volstaat.
„O? dan wens ik u veel succes met uw onderneming en nog veel geluk in uw verder leven,” repliceerde Henry op zijn beurt en hij ging, hij had ondertussen genoeg lucht geschept, terug naar zijn kantoor waar inmiddels alweer andere strategische en tactische keuzes op hem lagen te wachten om al dan niet te worden beslist.

13.5.10

Overdekt



"En je bent zeker dat met een overdekte latrine de vrouwen eindelijk zullen komen?"
"Vertrouw mij nu maar Jack, dit kan niet mislopen."

11.5.10

Buitengaats



Het was een heldere nacht, zodat hij het schip nog een hele tijd kon nakijken. Uit films wist hij dat dit altijd goed afliep!

10.5.10

Balder, de onzichtbare



Balder de onzichtbare werd door zijn vrienden, die hem in lang niet meer hadden gezien, met verbazing onthaald. Voorzichtig namen zij zijn veston aan en boden hem een zitplaats aan dicht bij de haard, in de veronderstelling dat onzichtbaarheid ipso facto ook kouwelijkheid moest betekenen. Nadat iedereen een stevige borrel had gekregen begon Balder aan zijn ongelooflijk verhaal: „Mannen, weten jullie nog hoe we het hadden over onszelf wegcijferen?”

8.5.10

Nog een slachtoffer van de internationale financiële crisis



Zij kreeg drie minuten om het oude Fortislogo te reconstrueren, zo niet zou haar broertje worden opgegeten.

Haar middelvinger



Uit de tijdschriften van mijn oudere broer wist ik dat er méér was in het leven.
Het was dus niet zonder bijbedoelingen dat ik Ingrid’s band herstelde, maar haar eerst mijn voorwaarden daarvoor duidelijk maakte .
Toen zij zomaar inging op mijn suggesties en mij enthousiast zèlf voorstelde om haar geheim te zien, kweet ik mij zorgvuldig van het mannenwerk.
„Kom mee, achter de muur,” zei ze en trok mij mee, steels rondkijkend om zeker te zijn of niemand ons zag. Daar, achter de muur toonde zij mij zonder blozen haar geheim, het geheim van haar opgestoken middelvinger.

7.5.10

Akoestisch beschouwd



"En straks, op het asfalt, klinkt het eerder als KATAKLOP-KATAKLOP."
"O ja? Je maakt mij nieuwsgierig."

De gruwel van de zee



J. begreep steeds beter dat hij maar een eiland was en hij leerde leven met de zee in zijn hoofd. Ten langen leste onderwierp hij zich eraan en aanvaardde hij dat hij aan niets ontkomen zou. Tot er op een dag dingen - artefacten meende hij - aanspoelden die hem deden geloven dat er nog eilanden moesten zijn. Zo begon zijn kennismaking met de gruwel van de zee.

6.5.10

Goochelen



Een paar weken geleden heb ik een goochelhoed gekocht.
„Het is een kwestie van veel en hard oefenen,” zei de verkoper, „Het begint met een zakdoekje, daarna een balletje. Eens je die basisdingen onder de knie hebt schakel je vanzelf over op konijnen en duiven. Daarna hangt het van jezelf af.”
Eergisteren kwam er een rokend pistool uit, en gisteren een vrouwenlijk.
Zopas, ik moest er wel mijn arm helemaal insteken, voelde ik iets warm en vochtig, en klonk er een gedempt gegrom of gekreun, vast geen geweten. Ik heb het er niet uit durven halen. Misschien is goochelen niet echt mijn ding.

3.5.10

Het nut van geleerde boeken.



Dat het gevaar zo dicht bij huis kan loeren, neen, dat had Irma nooit gedacht en zo raakte zij eindelijk doordrongen van het nut van geleerde boeken.

2.5.10

Survival of the fittest



Eens geland op aarde maakten de buitenaardsen zich eerst de manier van voortbewegen van de mensen eigen, waarna zij zich onopvallend in stedelijke agglomeraties verspreidden. Daar leerden zij de liefde kennen. Een verwikkeling waar zij in het geheel niet op hadden gerekend!

Drom onder de drommen



"Kijk, de drommen komen!"
"Het lijkt hen menens."
"Zo lijkt het altijd, daarvoor zijn het drommen."
"Maken we ons uit de voeten?"
"Neen, we pakken ze aan in kleine groepjes. Dan denken ze meer aan zichzelf. Daarna wordt het kinderspel."
"Ben jij ooit drom geweest?"
"Ik? Natuurlijk, wie niet?"
"Drommels!"
"Ja, zo worden ze ook wel genoemd."

1.5.10

OeiOeiOei!



"OeiOeiOei! Zo hard wenen. Ik vraag me af wat je gaat doen eens je de jongens leert kennen?"