29.6.08

Gesprek




"Prachtig weer hè!"

"Ja, wat een zonnetje."

"Precies, maar die wind. Je kunt zelfs geen krant lezen buiten."

"Ja, de wind is wel lastig."

"Maar zonder wind zou het nu knap warm zijn."

"Tè warm denk ik."

"Te warm ja."

"Neen, we mogen niet klagen."

"Nou, ik klaag niet hoor."

"Ik ook niet."

"Jeetje, die wind."

28.6.08

De redding van de aarde (10)

Hoofdstuk 9: Waarin Alma Zichtopzee een grote gemene deler vermoedt, een zekere Gert haar talent in vraag stelt, en zij zonder heet te worden een mogelijke daad van geweld voorkomt.

De goede raad van Koning Albert en zijn wijze raadgevers indachtig bekwaamde Alma Zichtopzee zich in het schrijven van protestliederen. Het ene waarlijk al onwaarschijnlijker dan het andere. Zij pakte het, Zsjfnfureod vdp-eaanse zijnde, grondig aan: alle stijlen en tijdperken kwamen aan bod, meestal ook gezamenlijk. Zij imiteerde Negro Spirituals, Miek en Roel, de jonge Dylan, de oude Armand, anti-kernbomliederen, Wolf Bierman, feministische liederen, socialistische liederen, Russische barden, Nueva Canciónes, Algerijnse Raï, Israëlische en Palestijnse protestmuziek, enz. Kortom, een hele reutemeteut van genres en tonaliteiten waarin zij een soort van universele grote gemene deler vermoedde.

Ja lezer, u merkt het al aan de woordkeuze, echt vlotten deed het niet, en meer en meer betrapte zij zich er op dat zij doelloos uit het venster zat te staren, in plaats van zinderende melodieën te noteren. Zij was nu echter al lang genoeg op aarde om te weten hoe zij dit kon verhelpen: ja, zij besloot om naar een.... café te gaan. Een Iers café om precies te zijn (waarschijnlijk omdat het laatste lied dat zij probeerde te imiteren Sunday Bloody Sunday van U2 was.)

En zo kwam het dat zij in het interval van één paragraaf O'Reylly's schuin tegenover de Brusselse beurs binnenstapte.

O'Reylly's is een café waarvan er niet zoveel in zijn soort bestaan buiten Ierland. Gewoonlijk gaat het er kalm en zachtaardig aan toe. Dat komt door de kwaliteit van de drank die er geschonken wordt. De gasten drinken er Guinness en Ierse Whisky, maar eten er o.a. ook uitstekende Fish & Chips, dat alles onder het alomtegenwoordige schijnsel van drie grote televisieschermen.

Op het moment dat Alma er binnenstapte echter weerklonken er zeldzaam barse stemmen.

"Ik zeg jullie, die Alma is een bedriegster. Dat schudt wat met haar kont en hopsa, koning Albert laat zich alweer vangen. Die vent denkt met zijn pik en zij profiteert daarvan. Zit op zijn kosten een "universele hymne" te componeren. Wie gelooft dat nu?"

Het was een klein, afgeborsteld kereltje, type midden- of hoger kader bij een vakbond, dat sprak. Zijn al te glad geschoren gezicht en zijn olfactorisch overdreven gebruik van aftershave verrieden zijn fundamenteel gebrek aan empathie voor de zwakkere in het algemeen, en zijn ziekelijke jalousie op iedereen waarvan hij ook maar kon vermoeden dat die beter, slimmer, eerlijker of mooier waren dan hijzelf. Hij stond met een ruk, zeer ostentatief recht, waarbij zijn stoel omviel, en riep luidop:

"EEN BEDRIEGSTER! DAT IS ZIJ!"

Dat waren zij niet gewoon bij O'Reylly's. De aanwezige gasten keken elkaar aan.

"Als ik jou was, Gert," zei iemand die blijkbaar zijn voornaam kende, "dan zou ik niet zo hard roepen. Zij schijnt van buitenaardse oorsprong te zijn."

"HAHAHAHAHAHAHAHAHA..." lachte het kereltje als antwoord.

"Echt waar hoor!" herhaalde de ander. "Ik zou maar heel goed opletten, die Alma schijnt al een paar mensen onherkenbaar veranderd te hebben. Zoals die ex-Sabenien die niet meer eet, zeg dus maar niks verkeerd, zeker niet over dat wondermooie lied "In The Year 2525"

"Precies," viel een andere stamgast bij "Naar het schijnt heeft dat lied voor haar een religieuze waarde. Laten wij dus maar voorzichtig blijven en haar niet beledigen in haar geloof."

De genaamde Gert schaterde het uit:

“Idioten!!! "In The Year 2525" een religieus lied? Geloven jullie dat nu? Hoe is het mogelijk? En met een nieuw couplet zou zij de aarde redden? Jullie hebben je verstand verloren, dat is het! Wacht maar tot ik die Alma eens te spreken krijg, ik zou wel weten hoe je dat soort aanpakt!"

"Wel die kans krijg je veel sneller dan je dacht, hier ben ik ... Gert!" weerklonk de heldere stem van Alma Zichtopzee doorheen de gelagzaal.

Iedereen wendde het hoofd in haar richting.

"Alma Zichtopzee!" riepen zij in koor uit.

Alleen de genaamde Gert bleek niet echt onder de indruk, maar die had dan ook - onder ons gezegd en gezwegen - zes pure Jamiesons op.

"Woehahahahaha....," lachte hij, "daar heb je de componiste! En hoe was het bezoek bij de koning? Mooie liedjes gezongen? Kom zing ook eens iets voor ons, gewone mensen! Of zijn wij iets te simpel voor jou?"

"Ik doe geen concerten voor dronkenlappen."

"Waa-aat?"

De verbazing van zo in publiek te worden tegengesproken door een andere dan zijn eigen vrouw maakte hem ineens dol van woede, en wat woedende dronkenlappen nogal eens plegen te doen stond hier nu ook te gebeuren: vrouwenmishandeling!

Alleen, hier stond Gert voor Alma Zichtopzee, geen gewone vrouw, maar een vrouw met bijzondere gaven. Zij loste de situatie als volgt op:

"Gert, jij bent boos en dronken. Dat doet mij zeer veel verdriet, maar het maakt mij eveneens woedend. En als ik woedend ben dan word ik ook gloeiend heet. Met heet bedoel ik niet wat jij daar meestal bij denkt als je aan vrouwen denkt, maar dan heb ik het over temperaturen, 8 à 900 graden Celsius, ruim genoeg om in een knellende omhelzing je bloed te doen verdampen. De rest van wat dan van je overblijft stamp ik met genoegen weg in een rioolputje. Dusssss.... (ze liet de ssss heerlijk sissen zoals dat gebruikelijk is op Zsjfnfureod vdp, in het 6² kwadrant in de vierde dimensie van het heelal) .. als jij hier niet binnen tien seconden buiten bent, dan grill ik jou op mijn ribben."

Gert's vrienden hebben het nooit begrepen, nooit eerder zagen zij hun maat zo gedwee zijn jas aantrekken en verdwijnen achter de deur, richting Beursgebouw.

Waarheen? Dat zal misschien nog blijken!

27.6.08

De laatste vaderlandse held



Ik heb geen flauw benul van wat zich achter de gevels afspeelt, maar misschien word ik wel algemeen herkend!

"Hemel! Snel, kom kijken, hij komt hier niet dikwijls voorbij. De laatste vaderlandse held!"

of:

"Dààr, mijn revolver, rep je. Een kogel, dat verdient hij, die lafaard."

Tja, wie weet welke dingen mij nog allemaal niet zijn overkomen?

26.6.08

De peddelende wijzen van over het water (Een geval van a-serendipiteit)


"Ha! Kijk, daar komen ze!"
"Wie komen er? Wie zijn dat?"
"Onze ontdekkers natuurlijk. Al honderden jaren wachten we op dit ogenblik. Al dat bidden en offeren, het is dus niet voor niets geweest!"
"Je bedoelt dat die twee paljassen daar ons komen beschaven?"
"Yep! Geen twijfel aan. Precies zoals de heilige kronieken van het oervolk het voorspeld hebben."
"Ben je daar wel zeker van?"
"Absoluut. Alles klopt: De peddelende wijzen van over het water... Ze zullen hier snel zijn, het moeilijkste hebben zij nu achter de rug."
"Hé, ze stoppen?"
"Wat?"
"Ja kijk maar, ze houden halt!"
"Verdorie, je hebt gelijk. Wat blijven ze daar nu doen?"
"Misschien zijn zij het niet?"
"Dat is onmogelijk. Het mòeten ze zijn."
"Kijk, ze lijken ruzie te hebben."
"Ruzie?"
"Ja, zie die linkse maar gesticuleren en de rechtse met zijn hoofd schudden."
"Onmogelijk. Wie zo beschaafd is maakt geen ruzie. Wij zullen later wel begrijpen wat zich daar afspeelt, nadat we ontdekt zijn."
"Ze maken rechtsomkeer."
"Wààt, rechtsomkeer? Maar dat kan toch niet?"
"Jawel, je ziet het toch, ze gaan terug! Het zal voor een andere keer zijn, onze ontdekking."
"Ik begrijp er niets van!"
"Ze hebben nu wel de wind mee"

25.6.08

Harigheid



"Soms moet je onder al die mooie kleren gewoon harigheid vermoeden. Echt waar, dat lijkt mij niet eens ver gezocht."

24.6.08

Dorst (of: Voel de kracht van de illustratie)



"Ja, jaaa.... ik voel het het."
"Echt waar? "
"Ja, beweeg nog wat!"
"Zo?"
"J.jaa... wacht, een ietsje... ja zo!!! Doe zo voort."
"Gaat het?"
"Oooh ja, wat doe jij dat goed."
"Meen je dat?"
"Natuurlijk! Oehhh, wat fijn."
"Wacht, ik ga een beetje naar rechts."
"Hou op."
"Waarom, zo ineens?"
"Ja, ik heb dorst. Jij ook wat?"

23.6.08

De man met het biefstukken hart (of hoe begin ik een gesprek)



"Bent u de man met het biefstukken hart?"
"Ik?"
"Ja."
"Dat heeft niemand eerder mij gevraagd, ik een biefstukken hart?"
"En?"
"Ik weet het niet."
"U weet het niet."
"Neen, echt niet. En u, wie bent u?"
"Sorry?"
"Wie u bent?"
"Ik, ik ben de vrouw met de friet met mayonaise borsten."
"O! Nu begrijp ik het."
"Precies, maar u kent uzelve niet."
"Neen, dat is waar."
"Waarom probeert u daar niet eens achter te komen?"

22.6.08

Voorbereiding is alles



"Je moet niet aan zoveel vrouwen denken."
"Oh jawel, want misschien word ik er wel op een verliefd, dus moet ik toch hun doen en denken kennen, en hun betekenisvolle geuren!?"
"Ja, als je 't zo bekijkt, dan kun je wel eens gelijk hebben."
"Kijk, daar zijn er weer een paar."

21.6.08

Uitblinker



Vroeger had ik véél haar op mijn hoofd, maar dat weet mijn huidige schedel natuurlijk niet meer. Die denkt dat hij altijd alleen heeft uitgeblonken!

Rechtover



Rechtover woont een overspelige vrouw.
Je misziet er niets aan.
Soms drinken we samen koffie in onze keuken.
Dan heeft zij het over haar zoon.
Gewone gesprekken eigenlijk.
Stelt u zich dat eens voor!

20.6.08

De 6 en de 9



U vraagt mij welke cijfers voor ons, accountants, het belangrijkst zijn?
Wel, ik kan natuurlijk niet alles prijsgeven, maar de 6 en de 9 mag u zeker niet uit het oog verliezen!
____________________

19.6.08

Superman



Ondertussen is hij heel wat ouder en, eerlijk gezegd, niet meer zo verzorgd. Ook lijkt hij niet meer zo supersterk.
Een van ons schraapte al zijn moed bij elkaar en vroeg hem of hij vrouw en kinderen had.
Jazeker, ooit had hij een vrouw.
Over kinderen sprak hij niet.
Maar als u geen kinderen hebt, dan kent u het leven toch niet, flapte onze dapperste eruit.
Toen werd hij wit van woede. Vloog drie keer rond de aarde, deed met zijn warmtestraalogen in 13 seconden 0,64% van het noordpoolijs smelten, wat op zich dan weer voor lokale overstromingen zorgde, maar slaagde er uiteindelijk toch in, met een superinspanning weliswaar, een overwinning van het gezonde verstand, om zich te beheersen.
Wat dachten wij wel? Begrepen wij wel wat supergevoelens waren? Of superliefde? Laat staan superverdriet? Superhunkering?
Neen, dat beseften wij niet beseften wij.
Wat we ook over hem hadden gelezen, het supermenselijke was inderdaad niet zo dikwijls aan bod gekomen.
Zijn leven was veel superder dan de superheid die wij tot nog toe hebben gekend, begrijp ik nu.

17.6.08

Solidarnosc



"Hij," en dan heeft men het over mij, "heeft strakke supervisie nodig," zegt men.
Uiteraard ben ik het absoluut niet eens met die uitspraak, maar u denkt daar wellicht ook al anders over.
Ik vind dat men mij de vrijheid moet geven, mijn creativiteit moet erkennen, of, kortom, gewoon mijn gang moet laten gaan. Zo ben ik op mijn best, dat weet men héél goed. Op die manier rendeer - ja, laat ik dat woord ook maar eens gebruiken, het gaat toch om mezelf - het best.
Inderdaad, ik ben soms, eerder vaak zelfs, de lethargie zelf, maar op andere momenten werk ik voor vier. Minstens een kwart van mijn werkuren! Dan presteer ik dingen die een normaal mens niet voor mogelijk houdt. Ik zie niet in waarom dat aan banden dient gelegd. Men mag mij niet insnoeren, dat loopt verkeerd af.
Ik heb vrijheid nodig, en uiteraard ook, wat hier heet: de nodige middelen! Geld dus. Daar zou men beter eens aan denken: een onkostenrekening! Natuurlijk, dat horen zij niet graag. Het bodemloos vat, noemen zij mij! Maar wie zorgt er hier eigenlijk voor de pret? Wiens teksten komt men plunderen? Wiens brochures zijn de maatstaf? Met de middelmaat als norm komen wij er niet! Ook dat lijken zij niet te beseffen.
Maatregelen. Ja, maatregelen willen zij nemen! Wel, ik sta niet in voor de gevolgen. Het zou wel eens kunnen dat ik mijn ware gelaat toon en dàt, zij zijn gewaarschuwd, is heel lelijk en stinkt uit zijn bek!
Om kort te zijn, zij willen een gesprek met mij. Wel, daar ben ik niet in geïnteresseerd. Een ferme streep door hun rekening is dat want tot nader order voer je een gesprek nog altijd met twee! Ik ken dat, dat wat zij een gesprek noemen.

Misschien toch maar eens een vakbond aanspreken? Vanavond?

16.6.08

Geheim



"Wil je mijn geheim zien?" vroeg zij.
Ik dorst mij niet voor te stellen wat zij daarmee bedoelde.
"Je geheim?" vroeg ik klankloos.
"Ja, hier onder mijn kleren."
Ik had al wel vermoed dat daar iets te zien kon zijn. Iets menselijks, daar ben ik namelijk in geïnteresseerd, bleek gewoon dat het een geheim was.
"Ik dacht dat het om iets bijzonders ging," zei ik iets geruster.
"Ach mallerd, gewoon mijn geheim, meer niet. Kijk maar, hier vooraan, vanachter valt er niet veel te zien."
Ik keek eens rustig en ja hoor, aan de voorkant was het een behoorlijk geheim, terwijl de achterkant inderdaad minder was. Zij kende zichzelf.
"Nou, dat is wel de moeite," prees ik.
"Ja, dat besef ik," antwoordde zij terwijl zij haar geheim zelf ook nog eens goed bekeek, "alleen, ik vraag mij af hoe bijzonder mijn geheim eigenlijk is, in het licht van de eeuwigheid?"
"In het licht van de eeuwigheid? Als ik jou was zou ik mij daar niet al te veel zorgen over maken."
"Neen?"
"Neen."
"Het is toch niet zomaar een geheim?"
"Beslist niet, bedek het maar weer," suste ik.
"En jij, heb jij geen geheim?"
“Och, dat stelt echt niks voor.”

15.6.08

Film



Ja. Die met de zwarte hoed, dat ben ik. De slechte! Zodadelijk kom ik zieltogend aan mijn einde. Door een kogel van de goede, die met zijn witte hoed, die net binnen komt, maar dat had u al geraden natuurlijk.

Wraak! Al mag ik uiteraard als eerste mijn colt trekken, maar ja, dit is film. Had ik zijn beeldschone bruid maar niet moeten mollen de dag na hun trouw, terwijl hij die hoed was gaan kopen. Het zal dus mijn verdiende loon wel zijn.

Elk verhaal heeft zijn held. In dit geval hij, met zijn witte hoed dus. Misschien hoort u nog wel van hem. Tenzij hij hertrouwt en alle geweld afzweert. Die scenario's bestaan ook.

Knetteren



Vandaag, eigenlijk tot zoëven, heb ik weer eens goed geknetterd. Het knetteren is een activiteit waar ik mij de laatste tijd meer en meer aan overgeef. In de slaapkamer voorlopig nog. Het liefst van al knetter ik in een rustig, niet al te zorgelijk tempo. Ik wil geen ongezonde indruk maken.

Ik knetter het best als een gezapig haardvuurtje en ik zou, indien ik er publiek bij zou toelaten, zeker geen ongezellige indruk maken. Uiteraard straal ik niet zoveel warmte uit!

Waarom ik niet wat avontuurlijker, of ruwer knetter?

Ach, dat komt misschien nog. Er valt inderdaad nog heel wat af te knetteren in de wereld, en wat driestheid zou niet misstaan. Voorlopig houd ik mij echter liever aan het huiselijk knetteren. Een mens moet niet rennen voor hij kan lopen.

Bliksemen en donderen in plaats van knetteren, zou meer indruk maken?
Hebt ù dan al eens geknetterd?

U daagt mij uit?

Goed, we zullen zien.

14.6.08

Waarom ik drink



Soms besef ik dat ik mijn vrouw niet kan missen.

Zij zorgt voor mij.
Geeft mij eten.
Wast mijn goed.
Doet ook intieme dingen.

't Is uit dankbaarheid dat ik drink.
(Soms).

13.6.08

Kamiel Vanhole



Verneem zopas dat Kamiel Vanhole is overleden. Een van mijn lievelingsauteurs. "De spoorzoeker" ligt nog ongelezen klaar voor tijdens mijn reis in de vakantie.

Hij is nu dus voor goed op reis.

Dag Kamiel.

12.6.08

Voorsprong



Het went niet echt, zo'n aangroeisel, dààr.
Al ben ik er ook nog niet echt op aangesproken.

Ik kan het niet laten om er naar te kijken, in spiegels, ramen, of stilstaand water. Ook tijdens conversaties.

Een ding is echter zeker: ik laat mij zo niet fotograferen.
Die tijd is voorbij. Wat dacht u dan? Neemt u mij niet kwalijk!

Pardon?

Neen, het geeft mij geen voorsprong. Hoe komt u daarbij?

11.6.08

De vrouw achterop (Versie 1.1)



Zij was er ineens. Precies van pas. Zonder waarschuwing, zonder introductie. Ik heb uiteraard al veel te doen gehad met vrouwen, dus, niettegenstaande het feit dat haar aanwezigheid zo plots was, gebaarde ik van niets. Ik liet haar gewoon mee trappen. Na een kilometer of vijf, bergop, en nadat we een mooi gezamenlijk ritme hadden gevonden, sprak ik:
"Gaat het?"
"Ja hoor. Let jij maar op het stuur."
Zij trapte kranig verder.
Wat later,
"En... gaat het nog altijd?"
want het begon nu toch serieus te stijgen.
"Jazeker, nog een kilometer of drie."
Nu hijgde zij wel, maar het bleef toch soepel gaan.
Drie kilometer verderop hield zij op met trappen en we stopten.
"Waarom deed je dat nu?"
"Wat?"
"Meefietsen met mij?"
"Fietste ik mee?"
"Natuurlijk, heel krachtig en ritmisch zelfs."
"Krachtig en ritmisch?"
"Ja. Als een bedreven wielrenster."
"Een bedreven wielrenster, ik? Waar haal je het?"
"Ik heb het duidelijk ondervonden. In mijn eentje duurt dit tochtje doorgaans een half uur."
"Dat zegt toch niks."
"Hoezo dat zegt niks?"
Toen was zij ineens weg.
Zo maakte ik alweer iets mee met een vrouw met bijzondere gaven die achteraf beweert dat "dat toch niks zegt".

10.6.08

Gordijnen



ik ben zeer martelbaar
daarom heb ik gordijnen hangen
ziet de beul mij niet
gaat hij naar de buren
ik wens het hen niet toe
al zal ik ook niet kijken
bovendien hebben zij hun geloof

9.6.08

Afgepakt!



Zei de ene schoonheid tegen de andere (zonder de oeverloosheid van het aangegane debat in te schatten):

"Hij is van mij!"

De andere schoonheid keek haar verbaasd aan, maar repliceerde ad rem:

"Neen, hij is van mij en daarmee uit!"

"Maar jij hebt hem van mij afgepakt!"
"Afpakken, afpakken! Hij heeft voor mij gekozen."
"Ja, maar eerst koos hij voor mij!"
"Pffft... en dan?"

Zo ging het gesprek een hele tijd door. Met verwijten en kreten van spijt. Waarom kwamen zij niet tot een overeenkomst?

"Ach wat, we delen hem!"
"Hé ja, dat ik dat zelf niet heb bedacht!"

Een eenvoudige optie die hem zeker had gelegen.

8.6.08

Jan en Ingrid zien de hele wereld



"Oh Jan, wat een prachtig uitzicht, ik zie de hele wereld!!!"
"Ik ook Ingrid, ik ook!"

6.6.08

I-talië (een dankwoord).

Ook ik vind het een leuk grapje en een fijne woordspeling, Bert. Ik zeg het je langs deze weg omdat je mij te veel eer schenkt op jouw blog, zonder dat er ruimte is om daar deze reactie te laten, en je runt er dan bovendien nog eens vijf andere bij.

Geen sprookje



"Toe Misschientje, vertel nog eens een verhaaltje, ik kan niet slapen."
"Alweer? Jij weet van geen ophouden. Maar goed, iets heel kort over de verliefde prins."
"Joepie!!!!"
"Er was eens een prins die verliefd werd en daarmee is eigenlijk alles gezegd."
"..."
"...?"
"Ja, en dan?"
"Dat is het."
"Hoezo, dat is het? Waar is de actie?"
"De actie?
"Ja, wat deed hij? Heeft hij de prinses gezoend?"
"Er is helemaal geen prinses, en de actie zit helemaal in zijn hart!"
"Neen Misschientje, dat kan niet!"
"Heus wel. Ik weet, het lijkt weinig, maar wacht maar af. Ooit leer je wel wat er allemaal in een klein mensenhart gebeuren kan."
"Op school?”
“Ach, op school of ergens anders."
"Maar... de prins werd toch gelukkig?" vroeg Muis nog, in de hoop nòg langer op te kunnen blijven.
"Nu je het zegt, daar heeft hij het eigenlijk nooit over gehad."
"Het lijkt helemaal geen sprookje."
"Ja," fluisterde Misschientje zo stil dat je het amper kon horen.

5.6.08

Klant



“Heb je spijt?”
“Ja.”
“Genoeg?”
“Ik denk van wel.”
“Wil je meer?”
“...”
“Wil je meer vraag ik?”
“Nog meer spijt?”
“Ja.”
“Kun jij dat leveren?”
“Ja.”
“Daar moet ik over nadenken. Kan dat?”
“Neem gerust de tijd. Je bent een goede klant.”

Haha, die is goed. Alsof ik niet genoeg tijd voor spijt heb.

1.6.08

Het geheim van de geheimenverteller (vertelsel voor het slapengaan).



"... en toen Misschientje, wat gebeurde er toen?"
"Wat er toen gebeurde? Wel, ik stopte al mijn spulletjes samen in een grote tas en ging op weg naar de geheimenverteller," zei Misschientje, terwijl zij de kinderen hun oogdruppeltjes toediende.
"De GEHEIMENVERTELLER?"
"Jazeker, Wie anders om mij de hele toedracht uit te leggen?"
"Wat slim van je, en wat vertelde hij, die geheimenverteller?"
"Eerst legde hij mij uit wie de dieren leerde spreken."
"Ja...?!"
"En dan legde hij uit wie de dieren leerde liegen!"
"Liegen?"
"Jazeker."
"Maar de dieren logen toch niet?"
"Neen, eigenlijk niet, maar hoe kwam het dan dat de mensen de dieren niet meer geloofden?"
"Dat weten wij toch niet Misschientje?"
"Omdat iemand hen liet geloven dat de dieren logen natuurlijk!"
"Maar wie was dàt dan Misschientje, je houdt ons wel in spanning!"
"Ook dat heeft de geheimenverteller mij uiteindelijk verteld, maar daar moest ik wel wat voor doen!"
"Wat was dat dan Misschientje?"
"Dàt mag ik niet verklappen, dat is het geheim van de geheimenverteller. Daar zijn jullie trouwens nog veel te jong voor!"
"Te jong?"
"Ja. En nu allemaal naar bed."