30.4.08

Op het meer



Een man gaat met zijn boot het meer op.

Hij gooit zijn netten uit en zie, hij vangt een zeemeermin.
Dat is nog nooit eerder gebeurd op dit meer. Nooit!

Dan weet je het natuurlijk wel: weer zo een die warempel iets meemaakt!

29.4.08

Het geheim van de indianen



In een park met mijn informant gesproken. Zonder mij aan te kijken fluisterde hij:

"De zaken zijn duidelijk nu."
"Hoezo zijn de zaken duidelijk nu?" informeerde ik.
"Het gaat om een geheim," preciseerde hij.
"Wat voor geheim?" vroeg ik. Hij was mij niet precies genoeg.
"Dat van de indianen toch? Wel, zij hebben beslist een geheim. Ik ben er absoluut zeker van."
"Wat voor geheim? Wat heb ik er nu aan te weten dat zij een geheim hebben, zonder dat je mij dat geheim verteld!"
"Sorry, ik weet alleen dat zij een geheim hebben, dat is toch al iets, neen?"
"Een geheim houdt toch iets in? Dat zij het fort zullen aanvallen bij de volgende volle maan. Of dat zij een potlatch organiseren, waar wij niet op uitgenodigd worden. Of een grote bestelling vuurwater, dat soort dingen. Collectieve zelfmoord?"
"Geen idee, ik weet alleen dat zij een geheim hebben," antwoordde hij korzelig en maakte zich ongezien uit de voeten.

Tot zover de informatie van mijn informant over het geheim van de indianen.

28.4.08

De allesruiker



Het was op een geurige zomeravond toen er werd aangebeld. Ik deed open en keek recht in de vaalgele ogen van een allesruiker. Een van die nieuwe diersoorten die zijn ontstaan na de Grote Ramp en die, zoals de hond vroeger, hun lot hebben verbonden aan dat van de mens.

"Hallo, ik ben een allesruiker. Ik kom u mijn diensten aanbieden," siste hij.
"O ja? Dan wil ik wel eerst even de proef op de som nemen. Of jij inderdaad wel àlles ruikt.!"

Allesruikers zijn namelijk niet echt goedkoop om zomaar in huis te nemen. Het zijn geenszins alleseters.

"Oki-doki! Zal ik van wal steken en opsommen wat ik hier en nu zoal snuif?"
"Dat is een goed idee."
"Daar gaan we dan: vloeren in de was, de geur van gevangenschap, een afkoelend strijkijzer, een geopend blik haringfilets in mosterdsaus, de krant van eergisteren, gemaaid gras, olijfolie in een pan, mannenzweet en meisjestranen, twee leren portefeuilles, Blood on the tracks van ene Bob Dylan, een lidkaart van toneelvereniging "Kunst na arbeid", een toiletpot, verschaalde illusies en toekomstdromen, vies ondergoed op de keldertrap, vleugjes goed beheer, vochtige potgrond, iets penetrants... ja, Tiger Balm, beginnende ouderdom, gebruikt leer, ...

Terwijl hij met gesloten ogen onze huisgeurtjes opsnoof liep ik stilletjes naar achteren, waar mijn jachtgeweer hangt. Allesruikers zijn namelijk verschrikkelijk lekker en dit exemplaar rook blijkbaar erg vèèl, maar toch geen onraad.

26.4.08

Verslag



Na een korte vergadering kwamen wij tot de conclusie dat wij goed bezig waren en gewoon verder moesten doen. Doorgaan met onze vrouwen te beminnen, onze kinderen op te voeden en hard te werken. Alles onder het alziende oog van onze god.

Met al de rest hoorden wij omzichtig om te springen. Of nog beter: er ons niet mee in te laten.

U weet ondertussen al lang hoe dat is afgelopen.

25.4.08

Afscheidsmachine



Wat wij in de politieke middens van ons land node missen is een op basis van objectieve criteria werkende afscheidsmachine. Een eerste prototype kan u al, op afspraak, bezichtigen in mijn atelier. Politici krijgen uiteraard voorrang.

24.4.08

Cappuccino



Zonder dat de mensheid het wist kwam, vanuit de allerbeneveldste nevelen van het heelal, een ruimteschip richting aarde, dat zich pal voor de voor ons onzichtbare kant van de maan posteerde en van daaruit, met voor aardse technologie niet opspoorbare radiogolven, het totaal van kennis en cultuur van alle aardse beschavingen scande en die gegevens verwerkte in een eindrapport.

Kort daarna ontvingen alle aardse mogendheden die er iets toe doen het volgende bericht:

Aardbewoners,

Dit officiële bericht wordt u gestuurd door een interstellaire beschaving die het allerbeste met u voor heeft. Wij pretenderen niet dat wij alle wijsheid in pacht hebben, maar dat wij qua kennis en wetenschap op de meeste gebieden triljoenen lichtjaren verder staan dan jullie is ons wel duidelijk. Daarom wensen wij u volgend voorstel te doen:

In ruil voor het echte recept van Cappuccino koffie bieden wij u al onze kennis over tijd en ruimte, èn de middelen om alle tegenspoed en problemen van uw planeet pijnloos, voor eens en voorgoed op te lossen.

Gelieve niet al te lang te dralen met uw antwoord.

Het buitenaardse gezantschap van achter de maan.


Met ongeloof lazen de leiders van de mogendheden die er iets toe doen dit bericht. Multilateraal en bilateraal overleg volgde en uiteindelijk nam het Dagelijks Bestuur van de Verenigde naties een standpunt in:

Geacht buitenaards gezantschap achter de maan,

Wij danken u voor uw voorstel en belangstelling voor onze planeet. Na intensief overleg en rijp beraad hebben wij, de mogendheden vertegenwoordigd in de Verenigde Naties, besloten uw aanbod van de hand te wijzen.

Wij menen dat wij uw aanbod niet kunnen aannemen omdat dit ons toch op een of andere manier aan u schatplichtig zou maken en geven er de voorkeur aan onze problemen zelf op te lossen. Wij hopen dat u ons dit antwoord niet kwalijk zal nemen.

Vriendelijke groeten,

Het Dagelijks Bestuur van de Verenigde Naties (op aarde)


Stomverbaasd lazen de leden van het buitenaardse gezantschap achter de maan dit antwoord en seinden het door naar hun hoofdkwartier. Daarna wendden zij, gierend van het lachen, de steven naar een ander zonnestelsel. Onderweg wezen zij elkaar de komeet aan die over een paar weken, volgens hùn berekeningen, zou inslaan op de aarde en het noordamerikaans continent ongeveer drie kilometer diep de aardkorst in drukken.

20.4.08

Bevrijd!



Dat de hele oorlog er op gericht was om ons seksueel te bevrijden is uiteraard stierenkak. Weinig volkeren in de wereld kwamen zo goed aan hun trekken als wij. Maar goed, de Amerikanen slaagden er weer eens in de wereld te laten geloven dat wij enorm te kort kwamen en hoogstnodig moesten worden bevrijd. Dat het hen in feite om onze overvloedige zonneschijn ging, dàt wisten zij goed uit de media te houden!

Op een avond, tegen de richtlijnen van onze dorpsoudste in, besloot ik een wandeling te maken in het bos. Hoewel ik de weg op mijn duimpje ken, liep ik, omdat ik de checkpoints wilde ontwijken, verloren en kwam terecht op een wegeltje waar ik eerder nog nooit geweest was. Daar had ik mijn eerste ontmoeting met een bevrijder. Of bevrijdster om precies te zijn. Het was een vrouw. Een negerin. Oei, dacht ik, die wil natuurlijk onmiddellijk seks, om mij te bevrijden. Daarvoor is zij uiteindelijk hier.

Toen ik haar naderde, raakte ik evenwel toch wat gerustgesteld. Zij was heel wat kleiner dan ik en hield haar jas goed dichtgeknoopt.

"Goedenavond," zei de bevrijdster, "Mag ik u iets vragen?"
"Jazeker."
"U weet natuurlijk waarom wij u zijn komen bevrijden. Hebt u er bezwaar tegen om een condoom te gebruiken?"
"Het spijt mij, ik heb nooit condooms op zak. Bovendien heb ik, persoonlijk dan, niet zoveel nood aan bevrijding."
"Dat valt mee," zei de bevrijdster met een zucht van opluchting.
"Waarom vindt u dat het meevalt?" vroeg ik haar verbaasd.
"Omdat ik mij toch vragen stel bij de zin van heel deze oorlog en het doet goed eens iemand te ontmoeten die vrank en vrij zijn mening durft te zeggen tegen ons, bevrijders."
"Ja, dat begrijp ik. Het moet veel stress met zich meebrengen, deze oorlog."
"Wat doet u hier eigenlijk zo alleen in dit deel van het bos?" vroeg zij.
"Ik ben verdwaald. Ik ontweek enkele van jullie checkpoints en kwam uiteindelijk op dit pad terecht."
"Waar wilt u dan heen?"
"Terug naar mijn dorp, Drpvnmnnndmtgnstktprrnzn (*).
"O maar dat is hier vlakbij, u loopt hier links door de bossage en driehonderd meter verder komt u op de hoofdweg. Zal ik u vergezellen?"
"Graag," antwoordde ik.
Zij gaf mij een arm (die ik als bevrijdde natuurlijk niet kon weigeren) en samen verlieten wij het pad.

Ineens vroeg ze opnieuw:
"U bent toch zeker dat ik u niet seksueel hoef te bevrijden?"
"Ja hoor, maakt u zich maar geen zorgen. Tenzij..."
"Tenzij wat?"
"Tenzij ik er ù een dienst mee bewijs natuurlijk. Krijgt u er een onderscheiding voor?"
"Niet als er geen getuigen zijn."

Weer stapten wij zwijgend een eindje verder.
Dan, alsof het haar van het hart moest, begon zij opnieuw:
"Eigenlijk vind ik deze hele oorlog zinloos."
"O ja? Ik kan mij anders niet van de indruk ontdoen dat u een uitstekend soldaat bent. U hebt mij nu al twee keer bevrijding aangeboden. En u helpt mij bovendien om de weg weer terug te vinden."
"Dat komt omdat u mij een eerlijk en vriendelijk man lijkt."
"Dank u." antwoordde ik zacht.
Met dat soort complimenten weet ik mij doorgaans geen raad.
"Kijk, daar is de hoofdweg," wees zij mij een licht iets verderop, "Gaat u van hieruit maar alleen verder. Het is beter dat men ons niet samen ziet."
Dat begreep ik. Het gold zowel voor haar mensen als voor de mijne. De dorpsoudsten zouden nooit geloven dat er niets ernstigs was voorgevallen. Voor ik iets als een afscheidswoord kon zeggen of haar e-mail adres vragen, gaf zij mij een vluchtige zoen op mijn wang en duwde mij weg in de richting van de hoofdweg. Deze ontmoeting met zulk een zachtaardige bevrijdster gaf mij een warm gevoel vanbinnen.

Twee dagen later was het echter menens.
Een compagnie bevrijders en bevrijdsters reden ons dorp binnen en verplichtten ons, mannen en vrouwen van veertien en ouder, om te verzamelen op het dorpsplein. Wij moesten twee tenten opzetten. Daarna werden we met een witte en een rode vlag van elkaar werden gescheiden, de mannen van de vrouwen. Dan, na een korte toespraak van de compagnieleider over het waarom van de oorlog en hoe een en ander zich ten gunste zou keren voor ons, de bevrijdden, werden wij één voor één een tent in gebracht, waar wij in kennis werden gebracht van de geneugten van bevrijdde seks. Alles werd gefilmd. Voor propagandistische doeleinden op het thuisfront, denk ik.

Een ding is echter heel duidelijk, sinds het einde van de gewapende strijd heeft de zon hier niet meer geschenen.

- - -

* Dorpvanmannendiemetgeenstokteporrenzijn

Met dank aan de president van de Verenigde Staten, George Bush.

16.4.08

De Vlamingeters



Gestoofd in een donker Vlaams streekbier en gegarneerd met hoppescheuten, zou ik door de Vlamingeters (reuzen met grote bestekken) worden opgegeten, nà de Tournedos "Rossini", maar vóór de Pêche Melba en de Fraises Wilhelmine. Maar blijkbaar waren hun ogen weer groter dan hun magen. Zodoende werd ik met schotel en al in de afvalbak gekieperd.

Echt zonde.

15.4.08

Zonder woorden



Af en toe komt er iemand langs voor een omhelzing. Familie. Dat kost niets.

14.4.08

Ons personeelsfeest



"Allemaal goed en wel, een informeel personeelsfeest, maar zie hem daar zitten! Niemand wil met hem praten.
Misschien hadden we toch beter een rudimentaire dresscode afgesproken."
"Rudimentair?"

13.4.08

De particulariteiten van de eenzaamheid.

Na lange afwezigheid kwam hij weer thuis.
"Hallo, hier ben ik eindelijk," zei hij en besefte dat zijn stem als die van een vreemde klonk.
"Waar zat jij al die tijd?"
"Ik ben gevangen gehouden."
"Gevangen gehouden? Waarom?"
"Voor onderricht. Men heeft mij de particulariteiten van de eenzaamheid bijgebracht."
"De particulariteiten van de eenzaamheid? En daar moeten wij het nu verder mee doen?"
"Ik vrees van wel."

Jan en Ingrid: Jan toont begrip



"Ach Jan, ik heb het weer zo druk vanavond voor mijn werk. Ik zal nog tot laat moeten doorwerken. Er is die voorbereiding van het teamgesprek en ook nog een Powerpoint presentatie voor mijn chef. Hij gaat naar Firenze. Ga jij maar al slapen."
"Zeker schat. Ik bevredig mezelf wel. Je werk gaat voor. Daar heb ik alle begrip voor."

12.4.08

Het geluk



"Ha! Wat hoor ik? Het geluk lacht je weer toe!?"
"Ja hoor. Een beetje hoog en schel, maar kom, het is toch een lach!"
"Houden zo!"

Slepende pijn



De dokter stak zijn hand in mijn hart.
"Ik voel niets." zei hij.
"U voelt niets? Is dat erg?"
"Nu niet, maar het wordt ongetwijfeld erger."
"Wat gaat u eraan doen?"
"Helemaal niets," knikte hij bemoedigend, "U kunt er blijkbaar goed mee overweg."
"Denkt u dat dokter?"
"Ja. De meesten hangen zich op."

9.4.08

Hiiii.... (Gnossienne N° 1)



Veertien was ik.
Zij iets ouder, een jaar of honderdvijf.
Een Gnossienne.
Ik hield mij recht aan een lus op het gangpad.
Zij schurkte tegen mij aan.
Ik was op weg naar de muziekles.
Zij schurkte alleen maar.
Ineens begon haar hand mijn billen te strelen.
"Hiiii..." piepte ik.
Van de schrik kwam er amper geluid door mijn keel.
De volgende halte, nog drie kilometer van waar ik moest zijn, sprong ik eruit.
Ik zag haar gezicht in de verte verdwijnen.
Het straalde niets uit.
Ik keek alsof ik al wel een en ander gewend was.

Maar ik heb nooit piano geleerd.

8.4.08

Gnossienne



Pal achter de hoek, waar u links uit de Nieuwstraat naar de Wolvengracht gaat, daar stond zij.

"Jeetje, een Gnossienne!" dacht ik. Een van die heerlijke schepsels die Erik Satie in de wereld heeft losgelaten, zonder zich van de gevolgen rekenschap te geven.

Daar stond zij dus.

"Kan ik erlangs?" vroeg ik beleefd.
"Zie mij hier staan," zei de Gnossienne, zonder dat het duidelijk was of zij het tegen mij had.
"Niemand die mijn bestaan erkent. Een bastaard ben ik, altijd in de schaduw van die Gymnopedies."
"Ach, u valt toch ook wel mee hoor."
"Dat kan u wel zeggen, maar wat doet uw mening er eigenlijk toe? Ik ben de Gnossienne. U niet."
"Als schepsel hebt u het recht om dat te denken," antwoordde ik, "maar ik vind u toch bijzonder ferm en krachtdadig, zoals u hier de weg verspert. Ik geloof niet dat Gymnopedies dat kunnen. Of zelfs maar durven. Heel imponerend." Ik loog geen woord, al maak ik niet dikwijls complimenten met de woorden ferm, krachtdadig en imponerend.

De Gnossienne leek er door van haar stuk gebracht.

"Echt waar? Ben ik ferm en krachtdadig?"
"Uiteraard. Kijk maar hoeveel volk u ondertussen al hindert!"

Toen zei zij niets meer, maar het duurde nog een tijdje voor zij een stap opzij ging. Het leek of zij ineens genoot van haar plotse macht.

7.4.08

Intenser leven



"Wij moeten intenser gaan leven."
"Nog intenser? Hoe kan dat?"
"Als we nu eens uit het leven van alle dag ontsnapten, naar dat van om de àndere dag!"
"O ja! Jij bent toch altijd zo praktisch."
"Nou, tot overmorgen dan."
"Ja. Tot overmorgen. Ik kijk er al naar uit. Wat een spanning!"

(Inderdaad, ik lees op dit ogenblik "Twee oude vrouwtjes" van Toon Tellegen.)

3.4.08

Het geweten


"Kijk Jaapje, zo geef je een bedelaar een cent. Maar doe het later niet te dikwijls. Het sust alleen maar je geweten!"
"Ja moeder."

2.4.08

De armen



"Héhé, kijk eens aan, een Helpende Hand!
"Helpende Hand? Helpende hand? Niks Helpende Hand. Ik ben een Dwingend Gebaar!
"Een Dwingend Gebaar! Dat ik mij zo kan vergissen."
"Ach, dat komt wel meer voor. Zolang u mij maar niet aanziet voor een Arm der Wet.
"Zeg, waarvoor houdt u mij? Arm van Geest?”

1.4.08

Buitenstaander



Ik zou net gaan eten toen hij langskwam. Hij stond er op mij zo een en ander te vertellen over de mensheid. Dingen die mij wel eens konden interesseren en die hij wist, als buitenstaander.

Maar wat wist hij dan? En was het ècht zo dringend?

Hij praatte en praatte, en bleef maar uitweiden. Veel nieuw was er echter niet bij vond ik, over de mensheid dan. Integendeel, ik denk dat ik hem uiteindelijk meer heb geleerd dan omgekeerd.

Later ontmoette ik mensen die hem beter kenden en dikwijls met hem hebben gesproken. Ze prezen hem de hemel in. Wat hij niet allemaal wist! En dat voor een buitenstaander.

Ja, voor een buitenstaander wist hij wel een en ander, maar wat hebben wij daaraan? Als mensheid?

Dàt heeft hij namelijk nooit verteld.